Peuter- en kleuter gym

Ons team van betrokken trainers leren peuters en kleuters met gevarieerde oefeningen en spelletjes de basis van bewegen. Nijntje en de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU) hebben samen een leuk beweegprogramma voor kinderen tussen de 2 en 6 jaar ontwikkeld. Uw kind leert op een leuke manier de basis motoriek verder ontdekken en uitbreiden.

Lees hieronder meer over het Nijntje beweegdiploma.

Waarom het Nijntje Beweegdiploma?

Als ouder wil je het beste voor je kind. Daarbij denk je het eerst aan gezonde voeding, maar zodra het mogelijk is leg je je baby al op de buik. Je baby leert zo het hoofdje op te tillen, waardoor het de spieren van de nek, rug, buik, armen en benen oefent. Het is dus goed voor de motorische ontwikkeling.

De grootste motorische ontwikkeling vindt in de eerste levensjaren plaats. Daarom is het Nijntje Beweegdiploma zo belangrijk. Als je vanaf jongs af aan veel en gevarieerd beweegt, leer je hoe je je lichaam moet gebruiken en ontwikkel je de belangrijkste spiergroepen. Vroegtijdig goed leren bewegen heeft ook invloed op het opnemen, het begrijpen en het verwerken van kennis.

Daarnaast draagt het Nijntje Beweegdiploma bij aan het ontwikkelen van sociale vaardigheden, omdat de lessen in groepsverband plaatsvinden.

Sportlust is officieel licentiehouder en werkt uitsluitend met volledig gecertificeerde trainers. 

 

Nijntje Beweegdiploma 1 Nijntje Beweegdiploma 2

Met het Nijntje Beweegdiploma 1 leer je:

 

  • rollen over de grond
  • draaien op een schommel
  • kruipen en lopen over een bank
  • springen op twee voeten vooruit
  • hinkelen 3x op 1 been
  • glijden van een glijbaan
  • klauteren in een klimrek
  • diepspringen van een kast
  • steunspringen over een bank
  • schommelen als iemand je duwt
  • zwaaien zittend op een touw
  • rollen en stoppen van een bal
  • tippen van een ballon om hoog te houden
  • vangen van een bal
  • mikken van een voorwerp

Met het Nijntje Beweegdiploma 2 leer je:

 

  • rollen tot hurkzit
  • voorover duikelen over een stang
  • lopen over een verhoogd, schuin vlak
  • kruipen over, onder en langs obstakels 
  • huppelen 
  • hinkelen over op je linker- en rechterbeen
  • glijden van een smal vlak
  • klauteren om en door een klimrek 
  • diepspringen van een kast
  • steunspringen tussen twee banken over hindernissen
  • springen in een trampoline
  • schommelen en zelf vaart maken
  • touwzwaaien over een ‘sloot’
  • rollen met een bal en iets raken
  • stuiten met een bal en weer vangen