Introductie

Als selectieturner ben je continu bezig met je ontwikkeling en steek je veel energie en tijd in je sport. Het continu jezelf uitdagen om je eigen grenzen te verleggen en alsmaar beter te presteren hoort bij de dagelijkse trainingspraktijk. De selectieturners van G.V. Sportlust komen op wedstrijden op alle 6 heren toestellen uit.

De huidige selectie turnt vanaf de 6e divisie tot en met de 2e divisie. In deze selectie staat plezier in combinatie met het behalen van persoonlijke prestaties bovenaan. Ben je benieuwd? Bekijk dan ook onze Instagram pagina eens.

De 6 wedstrijdtoestellen in het herenturnen zijn:

VloerDe (wedstrijd)turnvloer heeft een afmeting van 12 x 12 meter. De vloer heeft een ingebouwde vering, waardoor extra hoogte kan worden verkregen bij acrobatische series. Tijdens onze trainingen maken we gebruik van lange matten en de 'airtrack'. De airtrack bootst de vering van een officiële wedstrijdvloer na. De vloeroefeningen bestaan naast acrobatischeonderdelen over balansonderdelen en lenigheidsonderdelen.

VoltigeVoltige staat bij de heren bekend als het moeilijkste toestel. Zodoende dat er voor de heren in de loop van de jaren veel uitvindingen zijn gedaan om met name de scholing van de kringflanken te vergemakkelijken. Wij trainen onze heren dan ook op bijvoorbeeld een 'paddestoel' (met en zonder beugels) en het 'veulen' om hen te helpen deze moeilijke discipline te beheersen. 

RingenBij dit onderdeel is het de bedoeling dat de ringen zelf niet in zwaai worden gebracht, terwijl de turner met de voeten vrij van de grond een uitgebalanceerde oefening laat zien. De oefening bevat statische/krachtonderdelen, zwaaionderdelen en een afsprong. Bij het turnen aan de rongen worden turnleertjes gebruikt. De ringen is één van de klassieke turntoestellen.

SprongBij de senioren wordt gesprongen over een pegasus. Echter moeten jongere turners zich eerst de kracht van de sprong eigen maken alvorens de pegasus wordt toegevoegd. In onze trainingen starten we daarom met het oefenen van sprongen vanaf de plankoline op een dikke mat of een verhoogdvlak. Hiermee trainen we de (jonge) turners om later de overstap naar de pegasus te kunnen maken.

Brug met gelijke leggersOp de herenbrug kunnen verschillende soorten elementen worden geturnd, zoals zwaaien, kiepen, statische/handstand elementen, lengte- en breedteasdraaien, vluchtelementen en afsprongen. De brug is in hoogste verstelbaar, zodat de voeten de grond niet kunnen raken bij de zwaaielementen. Bij de jongere turners maken we zowel van een lage afgestelde brug als een hogere versie gebruik. 

RekstokDe rekstok is het laartste toestel uit de olympische toestelserie van de heren. In het herenturnen wordt gebruikgemaakt van een rekstok op zwaaihoogte, waardoor de voeten de grond bij zwaaielementen niet raken. De elementen die aan de rekstok worden geturnd zijn vooral zwaaielementen (zoals de reuzenzwaai) en draaien (zoals de buikdraai). Daarnaast worden op de hogere niveaus ook vluchtelementen geturnd. Om goed grip te houden op de (metalen) rekstok, maken de meeste turners gebruik van turnleertjes en magnesium